Ingrid Lourenssen herinnert zich het moment waarop de rechter de zaak 'een verschrikkelijke zaak' noemde. Voor haar was het niet zomaar een gebeurtenis, maar de dood van haar zoon Rik van de Rakt.
Op een dag werd Ingrid abrupt geconfronteerd met het nieuws dat Rik om het leven was gebracht. De politie en rechercheurs brachten haar het vreselijke nieuws, wat ze aanvankelijk niet kon bevatten. Ze werd in eerste instantie tegengehouden vanwege de schokkende situatie.
Na de tragische gebeurtenis kreeg de familie uitleg over het verdere proces. Lourenssen waardeerde de transparante communicatie in begrijpelijke taal. Ze had behoefte aan informatie en emotionele begeleiding, niet aan juridisch jargon.
Tijdens de rechtszaak kwam Ingrid oog in oog te staan met de moordenaar van haar zoon. Haar perceptie van de dader veranderde toen ze een zieke jongen zag in plaats van een koelbloedige moordenaar. Ondanks de opgelegde TBS-behandeling, voelt Lourenssen dat het nog niet lang genoeg zal zijn voor de pijn die ze moet dragen.
Na een jaar zonder slachtofferhulp beseft Ingrid dat het verwerken van het verlies een langdurig proces is en dat het leed nooit volledig zal verdwijnen. Ze zou alles geven om de klok vijf jaar terug te draaien en haar zoon bij zich te houden.