Asielminister Faber heeft besloten dat de gemeente Oss in de eerste helft van het jaar veertien vluchtelingen met een verblijfsvergunning minder hoeft te huisvesten dan aanvankelijk gepland. Dit brengt het totale aantal te huisvesten nieuwkomers tussen 1 april en 31 december op 78. Eind maart stond de teller op veertig, wat meer dan de helft van de doelstelling voor het eerste halfjaar betekent.
De daling in het aantal te huisvesten statushouders in Nederland is een direct gevolg van het recente kabinetsbesluit om tijdelijk geen asielverzoeken van Syriërs meer in behandeling te nemen. Hierdoor hoeven Nederlandse gemeenten, waaronder Oss, in de eerste helft van het jaar maar 15.000 statushouders op te vangen in plaats van de oorspronkelijke 17.700.
De vertraging in het toekennen van verblijfsvergunningen aan de overige asielverzoeken leidt tot langere procedures, aangezien deze aanvragen complexer zijn. Hoewel de instroom van statushouders momenteel afneemt, blijven gemeenten zoals Oss kampen met een achterstand uit voorgaande jaren, waardoor de doelstellingen voor juli moeilijk haalbaar lijken.
Om de huisvesting van statushouders te versnellen, overweegt Minister Faber gemeenten financieel te ondersteunen met een eenmalige bijdrage. Daarnaast werkt zij aan doorstroomlocaties voor statushouders om de druk op gemeenten te verlichten. Als deze locaties operationeel zijn, overweegt de minister de doelstellingen op gemeentelijk niveau aan te passen.